Om zicht te krijgen op het behalen van de centrale doelstelling in het plan van aanpak, is het belangrijk om eens in de zoveel tijd te evalueren en te monitoren. De evaluatie bestaat uit het beoordelen van de resultaten van het beleid en het beoordelen van de resultaten van de afzonderlijke acties, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen procesevaluatie en effectevaluatie.
De procesevaluatie kijkt naar het verloop van de uitvoering van het plan van aanpak. De volgende vragen staan bij een procesevaluatie centraal.
De effectevaluatie is gericht op de behaalde resultaten. Het doel is de effectiviteit van een veiligheidsinterventie vast te stellen. De volgende vragen staan bij een effectevaluatie centraal:
Tot slot worden de resultaten uit de proces- en effectevaluatie aan elkaar gekoppeld. Zijn de uitkomsten van de verschillende acties verantwoordelijk voor het slagen van het beleid? Hierbij kunnen ook belangrijke lessen voor de toekomst worden geleerd.
Monitoring is het periodiek volgen van bepaalde ontwikkelingen. Een monitor kan belangrijke input leveren voor de effectevaluatie, omdat door verschillende metingen naast elkaar te leggen, ontwikkelingen door de tijd heen in beeld kunnen worden gebracht.
Een monitor kan op verschillende wijzen worden opgezet. Sommige uitgebreide monitors kosten veel tijd en geld om te ontwikkelen en uit te voeren. Stelt u zich daarom van tevoren de vraag welke informatie u uit de monitor wil halen en wat u met die informatie gaat doen, en pas daar de wijze van monitoring op aan.
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ontwikkelde een generiek Evaluatie instrument. Dit document biedt handvatten om een project of aanpak fietsdiefstal te evalueren.
Het CCV stelde tevens de 'Handleiding evaluatie preventieprojecten: richtlijnen, checklists en praktische tips voor het opzetten van een projectevaluatie' op.