Voor een effectief plan en een gerichte aanpak is het noodzakelijk dat de projectgroep inzicht heeft in de problematiek. Deze vormt het startpunt van een gezamenlijke inspanning en de uitgangssituatie voor de keuze van de prioriteiten voor de te ontwikkelen aanpak.
De kwaliteit van de analyse vormt de nulmeting voor het project. Deze gegevens kunnen vergeleken worden met latere metingen (zie stap 6, Evaluatie). Hierdoor worden de resultaten van het project meetbaar. De effectiviteit van het project is pas aannemelijk te maken als een beginsituatie in kaart is gebracht in deze stap.
De volgende vragen kunnen helpen bij een analyse van de probleemsituatie:
Om de problematiek goed te inventariseren, zijn verschillende bronnen van belang. Ga als projectgroep dus niet alleen af op cijfers van politie of klachten van bewoners. De projectgroep verzamelt de informatie uit diverse bronnen en maakt een zo volledige mogelijke analyse van het probleem.
Het bronnenonderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de omvang en ontwikkelingen van de fietsdiefstallen. De eerste bronnen zijn vaak de cijfers/gegevens van de partners van de projectgroep.
Op verschillende sites is op gemeente- en buurtniveau informatie over de veiligheid (en veiligheidsbeleving te vinden). Soms zijn ook vergelijkingen met andere gemeenten of buurten mogelijk, die de cijfers over de eigen situatie meer reliëf geven. Dergelijke sites zijn bijvoorbeeld:
Van belang is dat het veldonderzoek ná het bronnenonderzoek wordt gehouden. Gesignaleerde knelpunten uit statistische gegevens kunnen nu in de praktijk worden getoetst of worden bijgesteld. De beleving van buurtbewoners en personen waarvan een fiets gestolen is, kan hierin worden meegenomen.
Als het veiligheidsprobleem zich voordoet op een specifieke plek of route (bijvoorbeeld tussen 2 uitgaansgebieden) kan er tijdens een veldonderzoek of schouw op fysieke elementen ingezoomd worden die van invloed (kunnen) zijn. Kern van een dergelijke fysieke schouw is het zoeken naar kwetsbare plekken en andere situaties die aanleiding kunnen geven voor fietsdiefstal.
Interviews met sleutelpersonen - professionals buiten de projectgroep - vormen ook de bouwstenen voor een veiligheidsbeeld. Interviews met wijkmanagers en andere professionals, aangevuld met eigen inzichten, kunnen het probleem goed in kaart brengen.
Een inventarisatie kan leiden tot bijvoorbeeld een goede lijst met probleemgebieden. De volgende taak voor de projectgroep is om aan die problemen prioriteit toe te kennen.
Het stellen van prioriteiten wordt onder andere bepaald door:
Het toekennen van prioriteiten is een activiteit die gezamenlijk met de samenwerkingspartners gebeurt, waarbij de prioriteiten afgestemd zijn op de lokale (maatschappelijke) situatie. Het kan voorkomen dat niet iedereen dezelfde prioriteit toekent aan een bepaald probleem. In dat geval is het belangrijk om hier toch zoveel mogelijk consensus over te bereiken, om zodoende tot een door alle deelnemers gedragen plan van aanpak voor de problemen te komen.